maandag 23 september 2013

Verloning

 VERLONING


Het loon als beginner in de derde graad secundair onderwijs of volwassenenonderwijs is niet slecht maar het evolueert te traag waardoor na verloop van tijd velen niet meer tevreden zijn. In de privé kan dit vrij vlug stijgen maar in het onderwijs gaat dat bijzonder traag en is het ook geplafonneerd. Bovendien wat ik helemaal niet goed vind is het feit dat er geen bijkomende verloning of loonsverhoging is voor diegenen die hun werk zeer goed doen, dit is er wel in de privé. Dit speelt een grote rol bij de motivatie, misschien niet in het begin, maar na verloop van tijd zal die bijna automatisch dalen.

Mensen van meer dan 40 zijn vaak niet tevreden met hun loon, ze vergelijken met collega’s in de privé die, in de meerderheid van de gevallen, een veel hoger loon hebben. Er is gelukkig vakantiegeld en een eindejaarspremie. Maar voor de rest zijn er geen extralegale voordelen buiten een abonnement openbaar vervoer van en naar het werk en een fietsenvergoeding. Dit maakt wel een groot verschil met de privé waar de auto ook vergoed wordt, waar je een computer, telefoon, een auto, maaltijdcheques, ecocheques hebt en waar andere dingen nog in rekening kunnen worden gebracht. In het onderwijs is het hiermee slecht gesteld terwijl toch elke leerkracht een computer nodig heeft om de lessen voor te bereiden.

Ik ben een grote voorstander van de overdracht van anciënniteit. De zij-instromers hebben immers een groot verlies als de anciënniteit niet in rekening wordt gebracht. Dit zal hen vaak afschrikken, ze willen graag in het onderwijs maar beseffen dat ze financieel veel minder zullen verdienen en dat dat problemen kan opleveren vb ivm de afbetaling van een huis. Dit zijn zaken waar de zij-instromers mee te maken hebben aangezien ze ouder zijn. Ik weet dat er heel veel mensen tegen deze regel zijn maar ik ben voor en niet alleen omdat ikzelf een zij-instromer ben. Zo zullen er veel mensen de stap zetten en dat kan alleen ten goede komen van het onderwijs. Zij-instromers hebben veel meer kennis van de privé, van de eisen die daar gesteld worden, ... Door zelf in het onderwijs te gaan kunnen ze hun daar veel meer op richten. Ze weten wat de vereisten zijn voor jonge beginners in de privé en kunnen dan ook zorgen dat voor deze vereiste kwaliteiten wordt gezorgd in het onderwijs. Zo is de breuk tussen het onderwijs en de bedrijfswereld kleiner en zullen bijgevolg de leerlingen beter voorbereid zijn.




Hier zien we een leerkracht die een afspraak heeft ‘s avonds om 19 uur met haar leerling en zijn vader. Op de bureau staat geschreven « schoolgrants … for the kids » Dit wil zeggen een schenking van de school voor de kinderen. Dit doet op het eerste zicht lachen maar als je nadenkt is dit een waarheid als een koe. Het is één van de dingen die bepaalde leerkrachten doen, en dat is maar goed ook, maar die helemaal niet vergoed wordt. Het is daar dat ik vind dat het regelmatig doen van bepaalde prestaties zou moet vergoed worden.
Dat de leraren zouden beloond worden volgens prestatie en competentie vind ik een goed idee. Dit zal de kwaliteit van het onderwijs verbeteren. Het wordt bediscusieerd in het loopbaandebat van minister Smet. Ik ben er een grote voorstander van maar geef graag toe dat het niet gemakkelijk te beoordelen is en dat er een risico op ‘vriendjespolitiek’ is. Maar je moet toegeven dat dat ook zo is in de privé. Absoluut objectief zijn is onmogelijk aangezien de beslissing menselijk is wat niet laat staan dat een goede motivatie zou moeten gevraagd worden teneinde misbruiken zoveel mogelijk tegen te gaan.
Zeggen dat het loon niet belangrijk is ofwel heel idealistisch of gewoonweg een leugen. Dat laat niet staan dat we allemaal tevreden zijn met een schouderklopje maar daar mag het niet bij blijven want dan werkt dat op de duur demotiverend. Er zou ook werkelijk een financieel voordeel moeten aanhangen.

Eigenlijk zou het niet slecht zijn de vaste benoemingen af te schaffen en over te gaan tot het principe van contracten van onbepaalde duur zoals in de privé. Dwz dat je een relatieve zekerheid hebt maar dat je goed moet blijven presteren teneinde je job te behouden. Bovendien zouden de evaluaties die gehouden worden een financieel voor- of nadeel moeten inhouden. Ook hier zoals in de privé, iemand die zijn werk zeer goed doet zal loonopslag krijgen en iemand die niet voldoet aan de verwachtingen krijgt een opmerking en indien dat na een tijd niet is opgelost krijgt hij hetzij loonverlies of in erge gevallen zelfs ontslag. Diegenen die zich extra willen inspannen op de werkvloer of hun jarenlange expertise zullen inzetten mogen mijn inziens worden beloond.
Of het nu een job in het onderwijs is of elders, expertise of extra inzet verdient een extra vergoeding. Ik heb ergens gelezen dat iemand zei: De kwaliteit van de job, dat is wat telt. Dat is voor een deel wel zo dat de klassen modern moeten zijn, dat er voldoende computers moeten zijn, dit alles maakt het aangenamer voor de leerlingen en de leraar. Hij zei dit omdat hij het belangrijker vond om dit alles te doen en niet om de verloning individueel aan te passen. Het is juist dat dat telt maar het is niet het enige.
De verloning is heel belangrijk, het is een belangrijke motivatie. Nu zijn er veel leerkrachten die heel goed zijn in het begin van hun carrière maar die gedemotiveerd geraken en waarvan het niveau en vooral de inspanningen dalen. Dit zou op deze manier kunnen voorkomen worden. Dat er leraars rondlopen die hun boekentas thuis niet meer openen, dat er leraars zijn die nooit commentaar in rapporten schrijven, dat er leraars zijn die veel minder toetsen en taken organiseren dan anderen, … is een absolute waarheid. Feit is wel dat ondanks dat alles de wedde voor iedereen (van die of die weddeschaal) gelijk is. Enthousiasme en idealisme kunnen op termijn een flinke deuk krijgen als men niet naar waarde wordt geschat. Ik ben voor het afschaffen van vaste benoemingen en zelfs tot het mogelijk maken van ontslaan van vastbenoemde leraren die zich niet meer inzetten.


Geldelijke anciënniteit voor zij-instromers

Het loonverschil mag niet onrechtvaardig groot zijn vergeleken met wie al jaren voor de klas staat. En ook zij-instromers moet je werkzekerheid kunnen bieden. Wie van de privésector overstapt naar het onderwijs zal binnenkort tot 20 jaar anciënniteit kunnen meenemen. Dit zou voor meer zij-instromers moeten zorgen. Vroeger kon dit enkel voor de technische en praktische vakken met een maximum van 10 jaar. Nu zal dit uitgebreid worden tot alle vakken in alle onderwijsniveaus. Dit is om de drempel dat ze financieel zwaar moeten inleveren bij de keuze voor het onderwijs te verminderen. De minister stelde “we zullen procedures uitwerken om de kwaliteit te bewaken en erop toe te zien dat zij-instromers pedagogisch ondersteund worden.” Voor de nuttige ervaring komen de diensten in aanmerking die een personeelslid van het onderwijs als werknemer of als zelfstandige heeft uitgeoefend buiten het onderwijs. De nuttige ervaring kan in aanmerking komen voor de berekening van de geldelijke anciënniteit. Dit alles zal het veel aantrekkelijker maken voor de zij-instromers die vaak een groot financieel verlies leiden. Dit zal zorgen dat meer mensen naar het onderwijs gaan, ook diegenen die momenteel afgeschrikt zijn door hun sterk dalende inkomsten.


Onderzoek naar de psychologische verloning Sara De Gieter

Volgens het onderzoek van Sara De Gieter zijn de leraren tevreden over het netto loon maar zijn ze niet te spreken over de loonsverhoging. Dit is logisch aangezien het beginnernsloon (ik spreek enkel over de masters die onder code 501 vallen) goed meevalt in vergelijking met de privé. Daardoor zijn de beginnende leerkrachten meestal tevreden. Maar het loon wordt nagenoeg niet aangepast en veel te traag in vergelijking met de privé. Dit zorgt dat het verschil na vb 15 jaar groot wordt. Wat het ergste is, is dat de leerkrachten hun loon niet wordt aangepast aan hun werk. Er zijn leerkrachten die heel veel werken en er zijn leerkrachten die juist het minimum doen en dat verschil vind je niet terug in het loon waar ze identiek worden betaald. Dit is onrechtvaardig en wordt door velen ook zo gezien. De loonsverhogingen van nu zijn standaard vastgelegd dit zorgt ervoor dat er weinig waarde aan wordt aangegeven door leerkrachten.

Volgens het onderzoek van Sara De Gieter zijn de leraars tevreden met psychologische verloning. Ik kan me voorstellen en zou zelf ook zo zijn dat je heel tevreden bent een complimentje van een leerling of ouders van een leerling. Maar ik vind persoonlijk dat je dat niet mag mengen met de werkelijke verloning. Natuurlijk hebben we graag blijken van waardering en geeft dat een grote stimulans om verder te doen maar dat gaat over een ander vlak dan het financiële, daar gaat het om de jobtevredenheid. Je doet je job graag en zal je daar altijd voor inspannen maar het louter financiële plaatje is iets anders daar is het van belang dat je voldoende hebt om een huis af te betalen, om de kinderen op te voeden, om op vakantie te kunnen gaan, …. Ik ben wel akkoord met de stelling “werknemers moet je met meer dan geld belonen”. Maar dit laat niet weg dat het geld ook een belangrijke factor is we leven immers in een consumptiemaatschappij, alles kost geld ook voor de leerkrachten. Jaloersheid op elkaars beloningen kan er niet zijn want ze zijn voor iedereen hetzelfde. Maar wat natuurlijk wel leidt to jaloersheid is dat er voor verschillende inspanningen, leerkrachten die heel veel werken en leerkrachten die enkel het strikt noodzakelijke doen hetzelfde loon krijgen. En dat los je niet op door een schouderklopje van de directie die tevreden is. Daar is werkelijk een aanpassing van het loon noodzakelijk.

Wat betreft de betrokkenheid bij de school. Sara De Gieter zegt dat die groot is. Maar volgens mij moet hier het onderscheid gemaakt worden tussen leerkrachten die voltijds in één school staan en zich dan inderdaad betrokken voelen. Maar er zijn veel jonge leerkrachten die in verschillende scholen een paar uur geven en dan wordt het veel moeilijker om echt betrokken te zijn. Voor leraren is het belangrijk een goed contact te hebben met de directie, wat tot dezelfde opmerking leidt als daarjuist dat indien je in één school staat die relatie waarschijnelijk veel beter is dan wanneer je verschillende uren doet in verschillende scholen. Leraren die tevreden zijn over de relatie met de schooldirectie en de psychologische verloning zijn meer tevreden en zullen zich meer inspannen om hun job zo goed mogelijk te doen volgens Sara De Gieter. Ook daar ben ik het mee eens maar dat laat niet staan dat er ook een wijziging in de verloning moet komen.

Prestatiebeloning in het onderwijs, onzinnig of niet? Janneke Hooijer

Vaak kijkt men enkel naar het feit of leerlingen er betere leerresultaten mee behalen en houdt men weinig rekening met het “hoe” en “waarom”.
Ik vind de pedagogische taken juist een heel belangrijk punt en vind dat vooral daarnaar moet gekeken worden bij het bepalen van een prestatiebeloning. Het gaat over de tevredenheid van leerlingen die zich geholpen en bijgestaan voelen. Het gaat niet over de kennis van de materie we hebben immers allemaal ons diploma op zak en hebben dus de nodige theoretische kennis. Het gaat over de manier waarop de materie wordt overgebracht, vb gebruik je nieuwe technieken van samenwerken. De loutere vakkenis is immers een vaststaand feit. Het gaat over de manier van werken en de pedagogische aanpak buiten het lessenpakket. Het is dat wat bepaalde leerkrachten beter maakt dan anderen. Dit kan je niet meten aan de studieresultaten van leerlingen, dit hangt niet enkel van jou af. Een klas kan sterker zijn dan een andere terwijl het juist die is waar een “goede” leerkracht staat die weet het maximale uit de leerlingen te halen.

Uit het artikel blijkt dat er veel te veel aandacht gaat naar het voordeel voor de prestaties van leerlingen. Het gaat hier ook over het goedvoelen en gerespecteerd worden van de leraar. Ik vind het een zeer eigenaardige visie te zeggen dat intrinsieke motivatie zal verminderen door het uitkeren van bonussen omdat dat een extrinsieke motivatie is. Leerkrachten die gemotiveerd zijn en hun uiterste best doen is een instrinsieke motivatie en het is niet het feit dat dit zou vergoed worden dat zorgt dat de intrinsieke motivatie verdwijnt en een extrinsieke motivatie wordt. Het is niet omdat er nu reeds veel leerkrachten zijn die al het mogelijke doen voor hun leerlingen dat ze daarvoor niet moet worden vergoed. In hun geval kan dit leiden tot frustratie na verloop van tijd en dan zoeken ze ander werk. Dit kan je voorkomen door te zorgen voor een prestatiebeloning. Het is echter zeer belangrijk de voorwaarden hiertoe duidelijk te bepalen vb door de leerlingenprestaties wat iets heel subjectiefs is er niet aan te koppelen. Het zal veel meer vergen als je in een school staat in een minder gefavoriseerd deel van de stad waar je met allerlei problemen in aanraking komt en heel veel tijd moet insteken. Dan iemand die in een elitaire school staat en les geeft in de beste klas. De prestaties zullen veel beter zijn in de tweede school terwijl de leerkracht in de eerste school er veel meer energie zal moeten insteken ook in de pedagogische taak.

Er zijn mensen die zeggen dat het een perverse prikkel geeft aan schoolbesturen om de ene leerkracht beter te belonen dan de andere. Ik ben het daar niet mee eens misschien weer omdat ik uit de privé kom. Maar ook daar zijn de bevorderingen of loonsverhogingen niet gelijk voor iedereen. En ook daar kan een invloed zijn vb omdat je de zoon van de baas bent. Maar het zijn niet die enkele misbruiken, die je niet kan vermijden, die zorgen dat het systeem niet goed is. Ik ben en blijf een grote voorstander van prestatiebeloning ondanks het feit dat ik heel veel kritiek lees.

Er wordt ook vaak gesteld dat het tegen de collegialiteit van leerkrachten zal werken. Maar dit is volgens mij niet waar. Als je leerkrachten hebt die grote inspanningen leveren is dat geweten en zullen de anderen er niet raar van opkijken als die een prestatiebeloning ontvangt. Ook wordt er vaak gesproken over de schrik dat leerkrachten niet meer zouden willen samenwerken. Ik vind dit allemaal zo rare argumenten. Het is niet omdat iemand promotie krijgt op zijn werk dat de andere hem links zal laten liggen en er niet mee wil samenwerken. Waarom maken ze zo een probleem van iets wat gewoon heel logisch is. Ik vind dat al deze argumenten kunnen weerlegd worden door de vergelijking te trekken met de privé. Ook daar wordt samengewerkt, ook daar zijn mensen intrinsiek gemotiveerd maar krijgen ze desondanks een hoger loon, ook daar is collegialiteit belangrijk enerzijds voor de sfeer maar vooral omdat er heel veel samengewerkt wordt.


Jason Fried, David Heinemeier Hansson, Rework, minder is meer, uitgeverij Mouria, 2010

Meer is niet altijd beter, juist met minder kan je meer bereiken. Ze hanteren een eenvoudige bedrijfsfilosofie: hou het simpel, wees transparant en eerlijk en hun no-nonsense bedrijfsfilosofie heeft zich in de praktijk bewezen. Ze hebben simpelheid tot norm verheven en complexiteit tot eenvoud gereduceerd. Rework is inspirerend en innoverend en zet je aan het denken.  Weg met de vele gewoontes en regeltjes. Fried en Heinemeier Hansson zetten vraagtekens bij veel zaken die als normaal gelden.


“Ideeën heeft iedereen.Ideeën zijn onsterfelijk. Ze duren eeuwig. Niet eeuwigdurend is jouw inspiratie. Inspiratie is als vers fruit of melk: zij heeft een beperkte houdbaarheid. 
Als je iets wilt doen, moet je het nu doen. je kunt het niet opbrengen en twee maanden wachten voor je eraan begint. Je kunt niet zomaar zeggen dat je het later zal doen. Want later zal je er niet mee zo vol van zijn... Inspiratie is van nu. Als zij je te pakken krijgt, pak haar dan ook meteen beet en laat haar voor jou werken - dixit Jason Fried.”

Een schilder kan bijvoorbeeld een idee hebben om een schilderij te maken ivm een zicht op zee. Maar als hij geen inspiratie heeft kan hij er gewoonweg niet aan beginnen. We spreken hier over de angst van het witte doek. Hetzelfde geldt voor een schrijver die een boek wil schrijven over bv de kruistochten maar die geen inspiratie heeft en dus ook geen letter op papier krijgt ook al heeft hij het idee over het onderwerp maar de inspiratie ontbreekt. We spreken van de angst voor de lege pagina van een schrijver. Je ziet dat je in beide gevallen het idee hebt maar de inspiratie mankeert. Eens de inspiratie er is gaat het heel vlot en zullen ze beiden ook heel veel werken juist omdat ze inspiratie hebben en schrik hebben dat de inspiratie weer zal verdwijnen. Zoals Jason Fried zegt. Als de inspiratie je te pakken krijgt, pak haar dan ook meteen beet en laat haar voor jou werken

Inspiratie kan ook gezien worden als muse bij de dichter. Als dichter kan je niet werken zonder inspiratie. Het is dat wat zorgt dat je kan schrijven in dichtvorm. Dit kan je niet doen op commando. Je moet rustig zijn, kunnen dromen en wegzinken in gedachten als het ware leven in een andere wereld en zo kunnen de gedachten komen. Eens de inspiratie er is zal het gedicht zeer vlug klaarzijn. Vooral bij dichters is het een kwestie van een zeer korte tijd. Eens je de inspiratie hebt moet je direct schrijven en mag je niet gestoord worden of je bent je inspriratie kwijt, het idee zal je nog wel hebben maar de inspiratie is verdwenen.

Je kan het ook zien als een openbaring. Bv je bent je les Frans aan het voorbereiden en bespreekt een bepaald gedicht. Tijdens de les, zonder dat je er op voorhand aan dacht, zie je plots een vergelijking met een ander gedicht. Dus los van de bespreking van het eerste gedicht zal je de vergelijking maken met het tweede gedicht en dat ook bespreken terwijl dat helemaal niet je idee was maar het trof je op het ogenblik. Het is als een blikseminslag. Het treft je zonder dat je het verwacht. Maar het is vaak zo dat de interessantste dingen worden gegeven.



2 opmerkingen:

  1. Beste Lieve
    Ik heb je blogbericht aandachtig gelezen.
    Momenteel sta ik 25 jaar in onderwijs en het is daar een realiteit dat niet elk uur betaald wordt. Ik zeg soms wel eens tegen collega's: als op het einde van de maand je loon betaald wordt, begin dat geen vergelijking te maken met het aantal uren dat je gewerkt hebt - want dan word je ongelukkig.
    In onderwijs is dit eenmaal zo. Zo hoor ik verhalen van leraren Frans die als ze op reis naar Frankrijk gaan, nog met hun job bezig zijn. Ze verzamelen nieuwe materiaal voor de les. Ik betrap me erop dat in alles wat ik lees - mijn focus op mijn vak meeneem.
    Het vak dat je geeft laat je niet los.
    Onderwijs is gebaat met een transparantie in loon. Nu is loon geen gespreksonderwerp in de lerarenkamer. En dat is goed zo. We hebben zoveel met elkaar te bespreken dat het tijdsverlies zou zijn als we over loon zouden moeten hebben.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Beste Lieve

    Het is verfrissend dat jij vanuit je ervaring privé op een andere manier tegen de zaken aankijkt. En dus begrijp ik dat je zegt dat een gedifferentieerde verloning zou moeten kunnen. Nu als we het loopbaandebat van nabij bekijken dan zien we dat de verschillende stadia junior - leraar - expert op een andere manier zal bezoldigd worden. Dit is dan misschien al een eerste stap naar loondifferentiatie.
    In Nederland heeft men trouwens het proefproject van loon naar werk opnieuw in de koelkast gestopt. Ik vermoed dat het vinden van objectieve criteria hieraan de grondslag liggen.
    Bovendien geef ik je nog mee dat het feit dat intrinsieke motivatie voor complexe taken wordt aangetast door beloning niet uit de lucht is gegrepen, maar steunt op onderzoek over motivatie.
    Bovendien is het mijnsinziens logisch dat als je een lesgever meer wil betalen - dat dit gekoppeld is aan het leerrendement van leerlingen. Als we dan toch de vergelijking met de privé maken, dan is het logisch dat meer loon gekoppeld is aan een output.
    Tot slot berust het op een misverstand van in elitescholen het leerrendement hoger ligt dan in geen elitescholen. Ik heb donderdag op een lezing gehoord dat het juist in niet-elitescholen is dat leerlingen via de school (en niet via thuis) tot meer leerrendement komen.

    BeantwoordenVerwijderen