STATUUT VAN DE LESGEVER
Tijdelijke aanstelling van bepaalde duur “TABD”
Ik vind het goed dat we zo moeten beginnen maar die periode duurt te
lang, volgens mij zou dat niet meer dan 1 jaar mogen bedragen. Het zorgt voor
veel onzekerheid wat tot stress leidt. Ik vind dat een proefperiode wel
degelijk bij elk werk hoort maar zoals ik al zei niet meer dan 1 jaar. Ik heb
steeds contracten gehad van onbepaalde duur en dat was steeds met een
proefperiode van 6 maanden, dat is voor mij logisch. Het maakt de situatie wel
lastig als die onzekerheid blijft duren minstens 3 jaar en
het kan nog veel langer zijn. Als je
ieder jaar opnieuw een arbeidsovereenkomst moet tekenen is dat moraal gezien
zeer lastig.
Tijdelijke aanstellingvan doorlopende duur “TADD”
Dit is al een iets betere situatie maar nog steeds
niet het ideale. Indien
je beschikt over een VE of VO bekwaamheidsbewijs, je beschikt over minstens 720 dagen
dienstanciënniteit, gespreid over minstens drie jaar, waarvan minstens 600
dagen effectief werden gepresteerd, je laatste evaluatie mag geen onvoldoende
zijn en je mag niet ontslagen zijn zo kom je in aanmerking voor een TADD.
Er zijn meerdere voorwaarden maar
er is vooral de anciënniteit. Een dienstanciënniteit verworven hebben van 720
dagen, waarvan ten minste 600 effectief gepresteerd, en gespreid over ten
minste drie schooljaren; (een jaar telt 303 of 304 dagen). Ik vind dit
discriminatoir want je wordt beoordeeld op iets waar jezelf geen controle over
hebt. Ik vind het belangrijker dat ze kijken hoe je les geeft en daar hun
oordeel over vormen. Is ze er klaar voor of moet ze eerst nog wat lesgeven en
de aangegeven punten bijwerken. M.a.w. ik vind het systeem van nu geen goed
systeem en vind dat er naar de competenties moet gekeken worden en dat daar een
oordeel moet over worden gegeven.. Nu gaat het enkel over het aantal uren dat
je hebt gegeven maar ze kijken niet of ze goed gegeven zijn.
De andere voorwaarden zijn niet slecht, alleen vind ik nog dat alle
scholen zouden moeten meetellen om aan uw gevraagde dagen te komen niet enkel
één inrichtende macht of één scholengemeenschap. Want dat maakt het veel
moeilijker om aan al uw dagen te komen als je op verschillde plaatsen werkt. Zo
kan je enkele uren doen in een
provinciale school en enkele uren in een katholieke school maar dit zijn
verschillende inrichtende machten dus dat levert problemen op om aan je
gevraagd aantal dagen te komen. Ook dit vind ik een discriminatiore regel. Dit
zou moeten algemeen bekeken worden over de grenzen van inrichtende machten of
scholengemeenschappen heen.
Vaste benoeming
Ja een vaste benoeming interesseert me. Het geeft je
werkzekerheid. Het zorgt dat de stress veel verminderd. Om vast benoemd te worden moet
je aan nog meer voorwaarden voldoen. Voor een vaste benoeming moet je een
aanvraag doen, moet je leraar zijn in hoofdberoep en mag je evaluatie niet
onvoldoende zijn. Je moet een vereist of voldoende geacht bekwaamheidsbewijs
hebben. Je hebt een TADD in hetzelfde
ambt waarvoor je vast benoeming vraagt op 31 december voorafgaand aan de datum
van vaste benoeming. Je hebt 720 dagen dienstanciënniteit op
30 juni voorafgaand aan de datum van de vaste benoeming. 360 van de 720 dagen moet je gepresteerd hebben
in het ambt van benoeming.
Dit zorgt ervoor dat er leerkrachten vastbenoemd
worden die niet goed zijn en dat er jonge leerkrachten zijn die zeer goed
lesgeven maar die gewoon de kans niet krijgen om
vast benoemd te worden. Ze kijken immers alleen naar de uren. Ik vind dat regelrechte discriminatie van de
beginnende leerkrachten. Er zou een beslissing moeten genomen worden die
gemotiveerd wordt door de competenties van de leerkracht en die motivatie zou u
moeten bekendgemaakt worden zodat u zich kan aanpassen en het
jaar daarop opnieuw je aanvraag kan indienen. Nu is de
beslissing bijna louter administratief, weliswaar objectief maar hier is juist
geen objectiviteit gevraagd. Het zou
subjectief moeten zijn door de capaciteiten van de leerkrachten te bekijken en
beoordelen.
Een
vaste benoeming heeft zijn voordelen. Eens je vast benoemd bent, kan je genieten van een aantal
voordelen die leerkrachten met een tijdelijke aanstelling niet hebben: Je job
en salaris zijn
gewaarborgd. Indien je lesuren door bepaalde redenen (bvb daling van het aantal
leerlingen in je school) verminderd worden of wegvallen, blijft je loon gewoon
doorlopen. Je hebt ook recht op ‘reaffectatie’. Er zal dan voor
gezorgd worden dat je een andere betrekking (in jouw vakgebied) in de plaats
krijgt. Normaal gezien kan je dit aanbod niet weigeren. Als
zo’n reaffectatie niet mogelijk is, kan men voor ‘wedertewerkstelling’ zorgen. Dat is de aanstelling in een
ander ambt dan datgene waarin je vast benoemd bent. Je hebt recht op een overheidspensioen.
Wanneer je in ziekenverlof
of in bevallingsverlof gaat,
val je niet terug op de ziekenkas, maar wordt je loon gewoon doorbetaald. Wanneer aan het begin van het schooljaar
vacatures worden ingevuld, krijgen de vastbenoemde
leerkrachten voorrang op
tijdelijke krachten. Je hebt toegang tot bepaalde verlofstelsels. Ben je als
tijdelijke kracht ondertussen aangesteld voor doorlopende duur, dan krijg jij
voorrang op de leerkrachten met een tijdelijke aanstelling van bepaalde duur.
Binnen de categorie van tijdelijke leerkrachten die aangesteld zijn voor
doorlopende duur hebben de leerkrachten die al gedeeltelijk vast benoemd zijn
bijkomend nog voorrang op degenen zonder benoeming.
Sommigen zijn tegen
een vaste benoeming omdat je dan veel minder vlug zou switchen tussen
verschillende jobs. Nu ik ben het daar niet echt mee eens. Iemand die niet
graag in het onderwijs staat zal naar iets anders zoeken zelfs al is hij
vastbenoemd. Zoals iemand uit de privé de overstap naar het onderwijs kan maken zoals ikzelf zelfs al zorgt dat voor financieel
nadeel. Bovendien komt bij het veranderen van jobs van onderwijs naar prive en
terug van prive naar onderwijs veel problemen kijken zoals het meenemen van
anciënniteit. Nu daar zal wel
verandering in gekomen maar toch lijkt het mij nog steeds moeilijk. Volgens mij
zijn er weinig mensen die dat zullen doen ook al bestaat er geen vaste
benoeming meer. De voordelen van een
vaste benoeming zijn veel groter dan de nadelen. Ik geef toe dat mensen die uit de prive komen een veel
beter idee hebben over het werkveld, de eisen, de mogelijkheden. Maar de mensen
die de overstap maken zullen zelden of nooit geïntersseerd zijn om terug te
keren naar de privé.
Loopbanendebat
In het loopbanendebat komen drie stadia voor in de loopbaan: Juniorleraar, leraar en
expert-leraar. De junior en de gewone leraar krijgen een andere verloning en
kunnen een bonus vangen. Ze moeten zich wel permanent bijscholen. De junior zou
meer werkzekerheid hebben dan de beginner van vandaag. De expert kan ingezet worden voor het coachen van
jongere collega's.
Dit is een
idee wat niet slecht is. Het feit dat er een bonus wordt uitgekeerd aan goede
leerkrachten vind ik een goed idee. Er zijn waarschijnelijk veel leerkrachten
niet akkoord maar voor iemand die uit de privé komt als ik is dat zeer logisch.
Er zal dan een verschil in loon zijn naargelang je goed bent of minder goed. De
permanente bijscholing is dacht ik al het geval. Ik zie dat mijn broer (die
wiskunde gaf en nu ICT verantwoordelijke is) vaak naar bijscholingen moet. Hij
zegt dat ze niet altijd even nuttig zijn maar het idee is goed er moet alleen
gezorgd worden dat ze wel degelijk nuttig zijn.
Dat de
werkzekerheid bij de junior hoger zou zijn dan bij de beginner van nu vind ik
een heel belangrijk punt. Want dit is iets wat veel stress bezorgd bij
beginnende leerkrachten. Ik heb dat gemerkt bij mijn schoonzus die les geeft in
het lager onderwijs en in het begin van haar carrière gesukkeld heeft met
kleine interims, soms meerdere per keer en dan weer een ganse tijd niets. Ze
wou toen alleen gaan wonen maar dat was gewoon niet mogelijk door de
werkonzekerheid.
Dat meer
ervaren leerkrachten de juniors kunnen bijstaan vind ik een uitstekend idee.
Dat zorgt voor een goede overdracht van de praktische kennis opgebouwd door de
jaren heen. Leerkrachten die al lang lesgeven hebben al veel meegemaakt en
kunnen hun visie overbrengen op de jonge leerkrachten. Dit kan ook belangrijk zijn voor het
eigenlijke vak zelf zodat je weet hoe leerlingen reageren, waar ze het moeilijk
mee hebben en waar je vlug kan overgaan.Hoe je het best moeilijke
punten aanpakt. Daarvoor is het nodig om een expert te hebben die je eigen vak
doceert. Dit zijn allemaal goede ideeën die nog verder moeten worden uitgewerkt
maar die zeker een goede basis vormen voor een debat.
In de nota wordt voorgesteld de vaste benoeming te behouden, maar de
leraren zullen vaker aan een evaluatie onderworpen worden.
Zoals uit voorgaande reeds is gebleken ben ik voor het behoud van de
vaste benoeming. Het heeft werkzekerheid wat je minder gestresseerd maakt met
de vraag zal ik volgend jaar voldoende werk hebben. Zo kan je je 100% concentreren op het zo goed mogelijk
lesgeven. En als je ontspannen bent gaat dat allemaal veel vlotter. Ik ben evenwel een
grote voorstander van de evaluaties aangezien dat is zoals een werk in de
privé. Ook daar word je constant geëvalueerd wat er toe leidt dat je op je
zwakke en sterke punten wordt gewezen en moet trachten de zwakke punten te
verbeteren. Als je dit in de privé niet
doet word je ontslaan. Dit is in het onderwijs vooralsnog niet mogelijk maar
als het een invloed zou hebben op je loon zou dat een grote incentive zijn.
Voor een evaluatie zie ik bijgevolg enkel voordelen. Het zal het lesgeven
verbeteren zeker als er gevolgen aan verbonden zijn.
rapport Vaste Benoemingen in
2010 en 2011
60% van de personeelsleden moet
wachten tot na zijn 30e voor zijn eerste vaste benoeming. Hoe vlug het gaat om
tot een vaste benoeming te komen is niet gelijk voor de drie netten. In het
gesubsidieerd vrij en officieel onderwijs zijn er opvallend meer vaste
benoemingen voor minder dan 10% van een voltijdse opdracht dan in het gemeenschapsonderwijs. Het
merendeel van de deeltijds benoemden verwerft na uitbreiding van de benoeming
nog steeds geen voltijdse benoeming. Een tijdelijk personeelslid kan via diensten bij eenzelfde inrichtende macht of
scholengemeenschap een beschermd statuut verwerven (TADD) en vervolgens, zodra
er een vacante betrekking beschikbaar is, benoemd worden.
Hieruit blijkt hoe moeilijk het is en hoe lang het duurt vooraleer men
tot een vaste benoeming kan komen. Eigenlijk vind ik dat geen goede zaak. De
grote werkonzekerheid die hieruit volgt schrikt velen af. Als het jaren duurt
vooraleer je zekerheid hebt is dat niet logisch. Als je dat vergelijkt met
werken in de privé, daar heb je veel vlugger een contract van onbepaalde duur
weliswaar met een proefperiode maar normaalgezien duurt die niet langer dan 6
maanden. Ik vind dat alles in het
onderwijs teveel draait rond het aantal gepresteerde dagen. De grote
werkonzekerheid is een grote oorzaak van het tekort aan leraren. Je moet bijna
idealistisch zijn om eraan te beginnen. Ik vind gans die structuur verouderd en
er is dringend nood aan vernieuwing. Nu is het van bijna geen belang of je een
goede of minder goede leerkracht bent, je moet je dagen gedaan hebben in een
bepaalde gelimiteerde duur teneinde vast benoemd te worden. Je kan zeggen dat dit heel objectief is, dat is ook wel zo
maar in dit geval zou dit het argument niet mogen zijn. Het zouden de besten moeten zijn die de eerste kans
krijgen vastbenoemd te worden.
Leraars, leer ze me kennen. Een vergelijking tussen leraars en andere
beroepsgroepen.
De grote
beroepsonzekerheid in het begin van de loopbaan is een element dat veel
leerkrachten doet overstappen naar een ander werk. Om meer leerkrachten aan te trekken is
het nodig sneller permanent werk te krijgen. De vaste benoeming zorgt voor
beroepszekerheid wat een groot voordeel is in vergelijking met andere werken.
Maar het nadeel nu is dat een lange tijd van beroepsonzekerheid voorafgaat aan
een vaste benoeming. Dit zorgt ervoor dat veel leerkrachten uitstromen. 4
pistes werden geëxploreerd:
Ten
eerste het steeds werken met hernieuwbare contracten
Dit is
volgens mij een heel slechte zaak aangezien dat zal afschrikken en nog voor een
veel grotere uistroom zal zorgen, dit is volgens mij geen mogelijkheid.
Ten
tweede vaste benoemingen vervangen door contracten van onbepaalde duur
Dit zou
volgens mij een goed gedacht zijn aangezien het actueler is, het sluit meer aan
bij de contracten in andere domeinen. Ikzelf heb altijd contracten gehad van
onbepaalde duur evenwel met een proefperiode van 6 maanden waarna een
evaluatiegesprek zal plaatsvinden . In het onderwijs zou dat een proefperiode
van één schooljaar kunnen zijn. Dat zou voor veel meer beroepszekerheid zorgen.
Functionneringsgesprekken bestaan er blijkbaar al in het onderwijs maar
blijkbaar met weinig bijsturing tot gevolg. Er zou moeten gezorgd worden voor
een mogelijkheid de bijsturing te controleren. Misschien is het mijn ervaring
buiten het onderwijs die me zo doet denken. Maar evaluatiegesprekken dienen tot
niets als er nadien geen controle is. Als het de bedoeling is dat leerkrachten
zich aanpassen moet daar ook voor gezorgd worden. Indien de gevraagde aanpassingen
niet gebeuren zou de mogelijkheid moeten bestaan om dat te sanctionneren. Ik
denk dat ik hier een mening uit waar veel leerkrachten niet mee akkoord zijn
omdat het hun zekerheid ook aantast .
Ten
derde stellen ze een drietrapsontwikkeling voor
Eerst een
tijdelijk contract vb 2 jaar, vervolgens een contract van onbepaalde duur en
tenslotte een vaste benoeming. Hier zie ik persoonlijk niet zoveel voordelen
in. Hoe zien ze het verschil tussen een contract van onbepaalde duur en een
vaste benoeming. Is dat omdat een contract van onbepaalde duur bij een school
zou zijn tegenover een vaste benoeming die meerdere scholen omvat. Of zien ze
het dat je met een contract van onbepaalde duur kan ontslagen worden en met een vaste
benoeming veel moeilijker. Ik zie hier geen voordelen in om dat onderscheid te
maken.
Ten
vierde stellen ze voor de duurtijd van een loopbaanonderbreking te beperken
want anders verlies je je vaste benoeming.
Ook hier
ben ik geen grote voorstander van want dat zal zorgen voor discriminatie. Moet
je dan kijken naar de reden van de loopbaanonderbreking. Iemand die thuis wil blijven om voor zieke
ouders te zorgen zal die dan bestraft worden door haar vaste benoeming te
verliezen. Ze zeggen dat hierdoor de vraag naar vervangleerkrachten kleiner zou
worden en dat is wel waar maar het is volgens mij geen oplossing want het zorgt
dan weer voor een andere onzekerheid.
Ik
persoonlijk ben dus meest te vinden voor de tweede oplossing zoals ik hoger
reeds heb uitgelegd.
Onderwijsinnovatie als
leidraad voor onderwijsresearch en professionele ontwikkeling
prof.dr. Wim Jochems
Expert-leraren excelleren
hoofdzakelijk in hun eigen domein en in bepaalde contexten. Expert-leraren
beschikken over automatismen voor routinewerk waardoor
de beschikbare cognitieve
capaciteit aan andere zaken kan worden besteed. Expert-leraren zijn opportunistischer
en flexibeler in hun gedrag vergeleken met beginners. Expert-leraren herkennen
patronen sneller en beter, beginnen wat langzamer bij het aanpakken van een
probleem, maar zijn uiteindelijk sneller bij de oplossing.
Expertiseontwikkeling vereist personen die op deskundige wijze kunnen coachen
en feedback kunnen geven.
Volgens Thomas Guskey:
De meest frequent genoemde
karakteristiek van effectieve professionele ontwikkeling betreft het vergroten
van het begrip van de docent van de vakinhoud die zij doceren en van de manier
waarop leerlingen en studenten die inhoud leren. Voor effectieve professionele
ontwikkeling is het noodzakelijk dat de leraar voldoende tijd heeft om het werk
van leerlingen en studenten te kunnen analyseren en nieuwe instructiemethodes
te kunnen ontwikkelen. Professionele
ontwikkeling is gebaat bij het bevorderen van collegialiteit en samenwerking.
Professionele
ontwikkeling wordt gestimuleerd door evaluatieprocedures, waardoor feedback
beschikbaar komt die het proces van verbetering kan sturen. De meerderheid van de lijsten tot slot benadrukt het
belang van professionele ontwikkeling in de context van de school.
Ik denk dat het een heel groot
voordeel voor beginnende leerkrachten zou zijn indien een leerkracht met veel
ervaring in hetzelfde domein hem kan bijstaan. Hij kan zijn ervaringen delen. Hij weet waar leerlingen het
in het algemeen moeilijk mee hebben en welke punten je vlug kan behandelen. Hij weet ook hoe je bepaalde problemen
best aanpakt. Hij heeft een grote ervaring wat alleen maar een groot voordeel
is en waar ze zo jonge leerkrachten mee kunnen helpen. Ze kunnen op de
deskundige wijze, gebaseerd op hun eigen ervaring heel veel leren aan de
beginners. Zij weten hoe leerlingen reageren op bepaalde zaken, of bepaalde
oefeningen en kunnen u helpen door hun visie door te geven. Al dit vergt wel
veel tijd als het serieus gebeurt dus eigenlijk zou de school daar moeten in
voorzien. Het is een vorm van opleiding eens je op de werkvloer bent. Een goede
collegialiteit is daarvoor heel belangrijk. Een goede samenwerking kan enkel ten goede komen aan het lesgeven. Indien er een
evaluatiemoment is kunnen de tekorten worden vastgelegd en kan er vervolgens aan gewerkt worden samen met een
“expertiseleerkracht”. Dit alles leidt tot een grotere professionele
ontwikkeling van de nieuwe leraars. Ik denk dat daar nog veel te weinig gebruik
van gemaakt wordt terwijl dat zou moeten mogelijk zijn.
Wat betreft de visie van Alec Couros ben ik
akkoord. Hij spreekt over mediawijsheid. De leerlingen gaan alert om met media
en participeren doordacht via de media aan de publieke ruimte. Ze moeten de
techniek hebben om allerlei opzoekingen te doen maar daar mag het niet bij
blijven ze moeten het kunnen analyseren en tenslotte moeten ze erover kunnen
reflecteren. Dus ze moeten beginnen via het opzoeken op de computer maar moet
het kunnen begrijpen en vervolgens erover spreken met anderen.
Met andere woorden het persoonlijk contact is en
blijft zeer belangrijk, je kan je opzoekingen doen op het internet om je mening te
vormen maar het belangrijkste is de discussie achteraf. Het kunnen reflecteren
over alles wat je gelezen hebt. Het is inderdaad belangrijk om met het internet
te kunnen omgaan, je kan er heel veel goede informatie vinden maar we moeten
erop letten dat het niet mag blijven bij het louter opzoeken. Het is zeer
belangrijk om desondanks alle informatie een eigen mening te vormen. En wat de
leerlingen ook moeten leren is het overbrengen van informatie en het verdedigen
van hun eigen mening. Dus het is belangrijk hiermee rekening te houden als we
lesgeven.
Verhaal van de tomaat.
Dit gaat over het feit dat bepaalde
elementen anders en in dit geval verkeerd gezien werden. In het onderwijs is
het zo dat het vroeger gezien werd als een theoretisch opdreunen van een les.
Elk jaar hetzelfde met dezelfde cursus. Er werd van de leerlingen gevraagd dat
ze veel vanbuiten leerden. Er werd geen rekening gehouden met de persoonlijke
mening van leerlingen. De leerlingen werden gezien als computers waar gewoon
alles moest ingeput worden zonder enige reflectie. Nu is dat echter volledig
veranderd. Er wordt natuurlijk nog steeds kennis overgedragen maar op een veel
ruimere manier. Er wordt gebruik gemaakt van veel verschillende technieken niet
enkel het traditionele lesgeven maar er wordt ook gewerkt met de multimedia, er
wordt veel meer samengewerkt, er zijn groepswerken, ... Er wordt veel meer
ingespeeld op de interesse van de leerlingen. Wat ervoor zorgt dat ze ook veel
geïnteresseerder zijn. Ze zullen misschien een mindere kennis hebben van
bepaalde dingen maar ze zullen leren de dingen opzoeken, een eigen gefundeerde
mening vormen en verantwoorden. Zoals vroeger de tomaat als een giftige plant
werd gezien en nu wordt opgegeten. Zo werd de school vroeger als een louter
element van kennisoverdracht gezien en nu meer als een vorm van leren leren,
het kritisch leren zijn wat niet laat staan dat de kennisoverdracht nog steeds
belangrijk is maar helemaal niet meer het enige. Vandaar dat we als leerkrachten moeten leren handelen met de
verschillende leerstijlen van studenten en ons lessenpakket elk jaar moeten
aanpassen om te voldoen aan die verschillende leerstijlen van leerlingen. We
mogen nooit uit het oog verliezen wat moet gegeven worden aan de leerlingen van
een bepaald jaar maar de manier van het invullen van die vereisten wordt aan
ons gelaten, dit vraagt veel werk maar het is juist dit wat het interessant
maakt om in het onderwijs te staan.
Stephen Covey, the 3rd
alternative
Veel conflicten op school slepen zich voort omdat beide partijen aan hun
eigen standpunt vasthouden. Elke partij wil de andere niet echt serieus nemen en
vreest zichzelf te verliezen als hij toegeeft. Stephen Covey leert ons in het
3de alternatief dat er meer mogelijk is dan 'jouw manier of mijn manier'. Hij
gebruikt daarvoor het concept van synergie. Als synergie serieus wordt
nagestreefd zijn er grote en grootse doorbraken mogelijk. Alles begint met een
open, accepterende houding ten aanzien van de ander en het op waarde schatten
van diens opvattingen. Het principe van synergie: ik zie mezelf, ik zie jou,
ik zoek je op ik creëer synergie met jou. Zo gaan we op zoek naar het
derde alternatief
De hervormingen in het
onderwijs zijn groot aangezien in onze tijd heel veel veranderingen worden
doorgevoerd, zoals het ontstaan van multimedia. Onze leerlingen zijn vaak niet
voorbereid op deze nieuwe realiteit. Ouders zien de chaos, de economische
onzekerheid, de stress en de complexiteit van de wereld, en weten diep van
binnen dat lezen, schrijven en rekenen noodzakelijk zijn, maar niet genoeg. Er
is nu een verhoogde vraag naar verantwoordelijkheid,
creativiteit en tolerantie. De werkwereld vraagt naar mensen die voor
zichzelf kunnen denken, die initiatief kunnen nemen. Alleen zo kunnen we zorgen
voor een oplossing voor de problemen. Zij
hebben behoefte aan mensen die vertrouwen kunnen opbouwen en opschieten met
anderen, en complexe uitdagingen in teams op te lossen zonder veel begeleiding.
Daarom
is het zo belangrijk de wijze van lesgeven aan te passen, niet louter het
theoretisch doceren en het door de studenten laten opdreunen van hun les. Maar
het vaak praktischer aanpassen, ze een probleem voorschotelen en vragen het te
analyseren en hun persoonlijke mening te vormen. Ze meer laten praten, door
samen te werken, via groepswerken, hen voorbereidingen laten maken via het
internet zo leren ze omgaan met de grote hoeveelheid aan informatie, ze leren
onderscheid maken tussen nuttige en waardeloze informatie.
Volgens
Stephen Covey is het volgende belangrijk "Partnerschappen tussen
scholen en ouders in de opvoeding van het hele kind, waaronder de ontwikkeling
van zowel het karakter kracht en de competenties die nodig zijn om echt te
slagen in de 21e eeuw." Een school kan nooit de rol van de familie vervangen
maar ze speelt een belangrijke aanvullende rol. Maar de familie neemt
tegenwoordig die rol niet altijd tenvolle op zich en de school speelt daar een
belangrijke rol.
De
beginselen die belangrijk zijn volgens Covey zijn devolgende:
1) het nemen van persoonlijke
verantwoordelijkheid en initiatief, 2) duidelijkheid krijgen over wat
belangrijk voor je is en het stellen van doelen, 3) prioriteiten stellen en
gedisciplineerd werken, 4) op zoek gaan naar
wederzijds voordeel in alle interacties met anderen 5) eerst trachten anderen
te begrijpen en vervolgens uw eigen perspectief geven 6) waarderen van
verschillen en het creëren van een derde alternatieve oplossingen voor
problemen die beter zijn dan "mijn manier" en 7) het verzorgen van en
het vernieuwen van jezelf in alle vier gebieden van het leven - lichaam, geest,
hart en ziel. Deze 7 beginselen moeten door elke docent
worden gebruikt. De kinderen zullen het aangenaam vinden dat ze gezien worden
als leiders van hun eigen leven en talenten en zo een verschil kunnen maken. Zo
zou het mogelijk moeten zijn om elk kind een leidende rol te geven in de
school. Dit zullen de leerlingen apprecieren en het zal hun extra motiveren. De
discipline problemen zullen verminderen, De leerkrachten en de ouders voelen
zich beiden meer betrokken. Het idee dat de ouders hebben over de school zal
veel beter zijn in vergelijking met hoe het nu is.
Beste Lieve
BeantwoordenVerwijderenVan harte dank voor je inzet. Je hebt alles nauwgezet doorgenomen. Ik hoop dat je er een beetje leerplezier aan beleefd hebt. Het klopt dat de opbouw van ons statuut in grote mate door anciënniteit bepaald wordt. Weliswaar niet volledig, je kan geen TADD en vaste benoeming bekomen als je een negatieve evaluatie hebt ontvangen. Dus we kunnen stellen dat er een combinatie is van anciënniteit en competenties. Eerlijkheidshalve moet ik toegeven dat het uitvoeren van evaluatie in elke school niet zo vlot loopt. Dit zal je ontdekken in hoofdstuk 5
Beste Lieve
BeantwoordenVerwijderenIk heb doelbewust de tekst over synergie in mijn cursus LEV gestopt. In organisaties, - dus ook scholen - botsen we op verschillende meningen. Als we authentiek naar elkaar kunnen luisteren, dan is er zoveel mogelijk. Dan vinden we het derde element dat veel groter is dan de aparte meningen. Dit is mijns inziens de toekomst ... het is synergie dat we moeten zoeken tussen collega's op school, met directie, leerlingen, ..
Dit leidt tot creativiteit en innovatie
Beste Lieve
BeantwoordenVerwijderenHet verhaal van de tomaat heb ik in de cursus gestopt als aandachtspunt bij het formuleren van een mening. Vaak ontwikkel je een mening vertrekkende van een situatie die je kent ... en je blijft erin steken.
De tomaat toont aan dat als je van paradigma verandert- er heel veel mogelijk is
Beste Lieve
BeantwoordenVerwijderenIk merk dat de overheid ook het woord synergie in de mond neemt - zie link naar hervorming secundair onderwijshttp://www.hervormingsecundair.be/krachtlijnen/schoolconcepten/