donderdag 19 september 2013

Statuut van de lesgever

STATUUT VAN DE LESGEVER

Tijdelijke aanstelling van bepaalde duur “TABD”

Ik vind het goed dat we zo moeten beginnen maar die periode duurt te lang, volgens mij zou dat niet meer dan 1 jaar mogen bedragen. Het zorgt voor veel onzekerheid wat tot stress leidt. Ik vind dat een proefperiode wel degelijk bij elk werk hoort maar zoals ik al zei niet meer dan 1 jaar. Ik heb steeds contracten gehad van onbepaalde duur en dat was steeds met een proefperiode van 6 maanden, dat is voor mij logisch. Het maakt de situatie wel lastig als die onzekerheid blijft duren minstens 3 jaar en het kan nog veel langer zijn. Als je ieder jaar opnieuw een arbeidsovereenkomst moet tekenen is dat moraal gezien zeer lastig.

Tijdelijke aanstellingvan doorlopende duur “TADD”
Dit is al een iets betere situatie maar nog steeds niet het ideale. Indien je beschikt over een VE of VO bekwaamheidsbewijs,  je beschikt over minstens 720 dagen dienstanciënniteit, gespreid over minstens drie jaar, waarvan minstens 600 dagen effectief werden gepresteerd, je laatste evaluatie mag geen onvoldoende zijn en je mag niet ontslagen zijn zo kom je in aanmerking voor een TADD.
 Er zijn meerdere voorwaarden maar er is vooral de anciënniteit. Een dienstanciënniteit verworven hebben van 720 dagen, waarvan ten minste 600 effectief gepresteerd, en gespreid over ten minste drie schooljaren; (een jaar telt 303 of 304 dagen). Ik vind dit discriminatoir want je wordt beoordeeld op iets waar jezelf geen controle over hebt. Ik vind het belangrijker dat ze kijken hoe je les geeft en daar hun oordeel over vormen. Is ze er klaar voor of moet ze eerst nog wat lesgeven en de aangegeven punten bijwerken. M.a.w. ik vind het systeem van nu geen goed systeem en vind dat er naar de competenties moet gekeken worden en dat daar een oordeel moet over worden gegeven.. Nu gaat het enkel over het aantal uren dat je hebt gegeven maar ze kijken niet of ze goed gegeven zijn.

De andere voorwaarden zijn niet slecht, alleen vind ik nog dat alle scholen zouden moeten meetellen om aan uw gevraagde dagen te komen niet enkel één inrichtende macht of één scholengemeenschap. Want dat maakt het veel moeilijker om aan al uw dagen te komen als je op verschillde plaatsen werkt. Zo kan je enkele uren doen  in een provinciale school en enkele uren in een katholieke school maar dit zijn verschillende inrichtende machten dus dat levert problemen op om aan je gevraagd aantal dagen te komen. Ook dit vind ik een discriminatiore regel. Dit zou moeten algemeen bekeken worden over de grenzen van inrichtende machten of scholengemeenschappen heen.

Vaste benoeming
Ja een vaste benoeming interesseert me. Het geeft je werkzekerheid. Het zorgt dat de stress veel verminderd. Om vast benoemd te worden moet je aan nog meer voorwaarden voldoen. Voor een vaste benoeming moet je een aanvraag doen, moet je leraar zijn in hoofdberoep en mag je evaluatie niet onvoldoende zijn. Je moet een vereist of voldoende geacht bekwaamheidsbewijs hebben.  Je hebt een TADD in hetzelfde ambt waarvoor je vast benoeming vraagt op 31 december voorafgaand aan de datum van vaste benoeming. Je hebt 720 dagen dienstanciënniteit op 30 juni voorafgaand aan de datum van de vaste benoeming. 360 van de 720 dagen moet je gepresteerd hebben in het ambt van benoeming.
Dit zorgt ervoor dat er leerkrachten vastbenoemd worden die niet goed zijn en dat er jonge leerkrachten zijn die zeer goed lesgeven maar die gewoon de kans niet krijgen om vast benoemd te worden. Ze kijken immers alleen naar de uren.  Ik vind dat regelrechte discriminatie van de beginnende leerkrachten. Er zou een beslissing moeten genomen worden die gemotiveerd wordt door de competenties van de leerkracht en die motivatie zou u moeten bekendgemaakt worden zodat u zich kan aanpassen en het jaar daarop opnieuw je aanvraag kan indienen. Nu is de beslissing bijna louter administratief, weliswaar objectief maar hier is juist geen objectiviteit gevraagd. Het zou subjectief moeten zijn door de capaciteiten van de leerkrachten te bekijken en beoordelen.

Een vaste benoeming heeft zijn voordelen. Eens je vast benoemd bent, kan je genieten van een aantal voordelen die leerkrachten met een tijdelijke aanstelling niet hebben: Je job en salaris zijn gewaarborgd. Indien je lesuren door bepaalde redenen (bvb daling van het aantal leerlingen in je school) verminderd worden of wegvallen, blijft je loon gewoon doorlopen. Je hebt ook recht op ‘reaffectatie’. Er zal dan voor gezorgd worden dat je een andere betrekking (in jouw vakgebied) in de plaats krijgt. Normaal gezien kan je dit aanbod niet weigeren. Als zo’n reaffectatie niet mogelijk is, kan men voor ‘wedertewerkstelling’ zorgen. Dat is de aanstelling in een ander ambt dan datgene waarin je vast benoemd bent.  Je hebt recht op een overheidspensioen.  Wanneer je in ziekenverlof of in bevallingsverlof gaat, val je niet terug op de ziekenkas, maar wordt je loon gewoon doorbetaald.  Wanneer aan het begin van het schooljaar vacatures worden ingevuld, krijgen de vastbenoemde leerkrachten voorrang op tijdelijke krachten. Je hebt toegang tot bepaalde verlofstelsels. Ben je als tijdelijke kracht ondertussen aangesteld voor doorlopende duur, dan krijg jij voorrang op de leerkrachten met een tijdelijke aanstelling van bepaalde duur. Binnen de categorie van tijdelijke leerkrachten die aangesteld zijn voor doorlopende duur hebben de leerkrachten die al gedeeltelijk vast benoemd zijn bijkomend nog voorrang op degenen zonder benoeming.
Sommigen zijn tegen een vaste benoeming omdat je dan veel minder vlug zou switchen tussen verschillende jobs. Nu ik ben het daar niet echt mee eens. Iemand die niet graag in het onderwijs staat zal naar iets anders zoeken zelfs al is hij vastbenoemd. Zoals iemand uit de privé de overstap naar het onderwijs kan maken zoals ikzelf zelfs al zorgt dat voor financieel nadeel. Bovendien komt bij het veranderen van jobs van onderwijs naar prive en terug van prive naar onderwijs veel problemen kijken zoals het meenemen van anciënniteit. Nu daar zal  wel verandering in gekomen maar toch lijkt het mij nog steeds moeilijk. Volgens mij zijn er weinig mensen die dat zullen doen ook al bestaat er geen vaste benoeming meer. De voordelen van een vaste benoeming zijn veel groter dan de nadelen. Ik geef toe dat mensen die uit de prive komen een veel beter idee hebben over het werkveld, de eisen, de mogelijkheden. Maar de mensen die de overstap maken zullen zelden of nooit geïntersseerd zijn om terug te keren naar de privé.
Loopbanendebat
In het loopbanendebat komen drie stadia voor in de loopbaan: Juniorleraar, leraar en expert-leraar. De junior en de gewone leraar krijgen een andere verloning en kunnen een bonus vangen. Ze moeten zich wel permanent bijscholen. De junior zou meer werkzekerheid hebben dan de beginner van vandaag. De expert kan ingezet worden voor het coachen van jongere collega's.
Dit is een idee wat niet slecht is. Het feit dat er een bonus wordt uitgekeerd aan goede leerkrachten vind ik een goed idee. Er zijn waarschijnelijk veel leerkrachten niet akkoord maar voor iemand die uit de privé komt als ik is dat zeer logisch. Er zal dan een verschil in loon zijn naargelang je goed bent of minder goed. De permanente bijscholing is dacht ik al het geval. Ik zie dat mijn broer (die wiskunde gaf en nu ICT verantwoordelijke is) vaak naar bijscholingen moet. Hij zegt dat ze niet altijd even nuttig zijn maar het idee is goed er moet alleen gezorgd worden dat ze wel degelijk nuttig zijn.
Dat de werkzekerheid bij de junior hoger zou zijn dan bij de beginner van nu vind ik een heel belangrijk punt. Want dit is iets wat veel stress bezorgd bij beginnende leerkrachten. Ik heb dat gemerkt bij mijn schoonzus die les geeft in het lager onderwijs en in het begin van haar carrière gesukkeld heeft met kleine interims, soms meerdere per keer en dan weer een ganse tijd niets. Ze wou toen alleen gaan wonen maar dat was gewoon niet mogelijk door de werkonzekerheid.
Dat meer ervaren leerkrachten de juniors kunnen bijstaan vind ik een uitstekend idee. Dat zorgt voor een goede overdracht van de praktische kennis opgebouwd door de jaren heen. Leerkrachten die al lang lesgeven hebben al veel meegemaakt en kunnen hun visie overbrengen op de jonge leerkrachten. Dit kan ook belangrijk zijn voor het eigenlijke vak zelf zodat je weet hoe leerlingen reageren, waar ze het moeilijk mee hebben en waar je vlug kan overgaan.Hoe je het best moeilijke punten aanpakt. Daarvoor is het nodig om een expert te hebben die je eigen vak doceert. Dit zijn allemaal goede ideeën die nog verder moeten worden uitgewerkt maar die zeker een goede basis vormen voor een debat.


In de nota wordt voorgesteld de vaste benoeming te behouden, maar de leraren zullen vaker aan een evaluatie onderworpen worden.
Zoals uit voorgaande reeds is gebleken ben ik voor het behoud van de vaste benoeming. Het heeft werkzekerheid wat je minder gestresseerd maakt met de vraag zal ik volgend jaar voldoende werk hebben. Zo kan je je 100% concentreren op het zo goed mogelijk lesgeven. En als je ontspannen bent gaat dat allemaal veel vlotter. Ik ben evenwel een grote voorstander van de evaluaties aangezien dat is zoals een werk in de privé. Ook daar word je constant geëvalueerd wat er toe leidt dat je op je zwakke en sterke punten wordt gewezen en moet trachten de zwakke punten te verbeteren. Als je dit in de privé niet doet word je ontslaan. Dit is in het onderwijs vooralsnog niet mogelijk maar als het een invloed zou hebben op je loon zou dat een grote incentive zijn. Voor een evaluatie zie ik bijgevolg enkel voordelen. Het zal het lesgeven verbeteren zeker als er gevolgen aan verbonden zijn.

rapport Vaste Benoemingen in 2010 en 2011
60% van de personeelsleden moet wachten tot na zijn 30e voor zijn eerste vaste benoeming. Hoe vlug het gaat om tot een vaste benoeming te komen is niet gelijk voor de drie netten. In het gesubsidieerd vrij en officieel onderwijs zijn er opvallend meer vaste benoemingen voor minder dan 10% van een voltijdse opdracht  dan in het gemeenschapsonderwijs. Het merendeel van de deeltijds benoemden verwerft na uitbreiding van de benoeming nog steeds geen voltijdse benoeming. Een tijdelijk personeelslid kan via diensten bij eenzelfde inrichtende macht of scholengemeenschap een beschermd statuut verwerven (TADD) en vervolgens, zodra er een vacante betrekking beschikbaar is, benoemd worden.

Hieruit blijkt hoe moeilijk het is en hoe lang het duurt vooraleer men tot een vaste benoeming kan komen. Eigenlijk vind ik dat geen goede zaak. De grote werkonzekerheid die hieruit volgt schrikt velen af. Als het jaren duurt vooraleer je zekerheid hebt is dat niet logisch. Als je dat vergelijkt met werken in de privé, daar heb je veel vlugger een contract van onbepaalde duur weliswaar met een proefperiode maar normaalgezien duurt die niet langer dan 6 maanden. Ik vind dat alles in het onderwijs teveel draait rond het aantal gepresteerde dagen. De grote werkonzekerheid is een grote oorzaak van het tekort aan leraren. Je moet bijna idealistisch zijn om eraan te beginnen. Ik vind gans die structuur verouderd en er is dringend nood aan vernieuwing. Nu is het van bijna geen belang of je een goede of minder goede leerkracht bent, je moet je dagen gedaan hebben in een bepaalde gelimiteerde duur teneinde vast benoemd te worden. Je kan zeggen dat dit heel objectief is, dat is ook wel zo maar in dit geval zou dit het argument niet mogen zijn. Het zouden de besten moeten zijn die de eerste kans krijgen vastbenoemd te worden.

Leraars, leer ze me kennen. Een vergelijking tussen leraars en andere beroepsgroepen.
De grote beroepsonzekerheid in het begin van de loopbaan is een element dat veel leerkrachten doet overstappen naar een ander werk. Om meer leerkrachten aan te trekken is het nodig sneller permanent werk te krijgen. De vaste benoeming zorgt voor beroepszekerheid wat een groot voordeel is in vergelijking met andere werken. Maar het nadeel nu is dat een lange tijd van beroepsonzekerheid voorafgaat aan een vaste benoeming. Dit zorgt ervoor dat veel leerkrachten uitstromen. 4 pistes werden geëxploreerd:
Ten eerste het steeds werken met hernieuwbare contracten
Dit is volgens mij een heel slechte zaak aangezien dat zal afschrikken en nog voor een veel grotere uistroom zal zorgen, dit is volgens mij geen mogelijkheid.
Ten tweede vaste benoemingen vervangen door contracten van onbepaalde duur
Dit zou volgens mij een goed gedacht zijn aangezien het actueler is, het sluit meer aan bij de contracten in andere domeinen. Ikzelf heb altijd contracten gehad van onbepaalde duur evenwel met een proefperiode van 6 maanden waarna een evaluatiegesprek zal plaatsvinden . In het onderwijs zou dat een proefperiode van één schooljaar kunnen zijn. Dat zou voor veel meer beroepszekerheid zorgen. Functionneringsgesprekken bestaan er blijkbaar al in het onderwijs maar blijkbaar met weinig bijsturing tot gevolg. Er zou moeten gezorgd worden voor een mogelijkheid de bijsturing te controleren. Misschien is het mijn ervaring buiten het onderwijs die me zo doet denken. Maar evaluatiegesprekken dienen tot niets als er nadien geen controle is. Als het de bedoeling is dat leerkrachten zich aanpassen moet daar ook voor gezorgd worden. Indien de gevraagde aanpassingen niet gebeuren zou de mogelijkheid moeten bestaan om dat te sanctionneren. Ik denk dat ik hier een mening uit waar veel leerkrachten niet mee akkoord zijn omdat het hun zekerheid ook aantast .
Ten derde stellen ze een drietrapsontwikkeling voor
Eerst een tijdelijk contract vb 2 jaar, vervolgens een contract van onbepaalde duur en tenslotte een vaste benoeming. Hier zie ik persoonlijk niet zoveel voordelen in. Hoe zien ze het verschil tussen een contract van onbepaalde duur en een vaste benoeming. Is dat omdat een contract van onbepaalde duur bij een school zou zijn tegenover een vaste benoeming die meerdere scholen omvat. Of zien ze het dat je met een contract van onbepaalde duur kan ontslagen worden en met een vaste benoeming veel moeilijker. Ik zie hier geen voordelen in om dat onderscheid te maken.
Ten vierde stellen ze voor de duurtijd van een loopbaanonderbreking te beperken want anders verlies je je vaste benoeming.
Ook hier ben ik geen grote voorstander van want dat zal zorgen voor discriminatie. Moet je dan kijken naar de reden van de loopbaanonderbreking. Iemand die thuis wil blijven om voor zieke ouders te zorgen zal die dan bestraft worden door haar vaste benoeming te verliezen. Ze zeggen dat hierdoor de vraag naar vervangleerkrachten kleiner zou worden en dat is wel waar maar het is volgens mij geen oplossing want het zorgt dan weer voor een andere onzekerheid.
Ik persoonlijk ben dus meest te vinden voor de tweede oplossing zoals ik hoger reeds heb uitgelegd.

Onderwijsinnovatie als leidraad voor onderwijsresearch en professionele ontwikkeling
prof.dr. Wim Jochems
Expert-leraren excelleren hoofdzakelijk in hun eigen domein en in bepaalde contexten. Expert-leraren beschikken over automatismen voor routinewerk waardoor
de beschikbare cognitieve capaciteit aan andere zaken kan worden besteed. Expert-leraren zijn opportunistischer en flexibeler in hun gedrag vergeleken met beginners. Expert-leraren herkennen patronen sneller en beter, beginnen wat langzamer bij het aanpakken van een probleem, maar zijn uiteindelijk sneller bij de oplossing. Expertiseontwikkeling vereist personen die op deskundige wijze kunnen coachen en feedback kunnen geven.
Volgens Thomas Guskey:
De meest frequent genoemde karakteristiek van effectieve professionele ontwikkeling betreft het vergroten van het begrip van de docent van de vakinhoud die zij doceren en van de manier waarop leerlingen en studenten die inhoud leren. Voor effectieve professionele ontwikkeling is het noodzakelijk dat de leraar voldoende tijd heeft om het werk van leerlingen en studenten te kunnen analyseren en nieuwe instructiemethodes te kunnen ontwikkelen. Professionele ontwikkeling is gebaat bij het bevorderen van collegialiteit en samenwerking. Professionele ontwikkeling wordt gestimuleerd door evaluatieprocedures, waardoor feedback beschikbaar komt die het proces van verbetering kan sturen. De meerderheid van de lijsten tot slot benadrukt het belang van professionele ontwikkeling in de context van de school.

Ik denk dat het een heel groot voordeel voor beginnende leerkrachten zou zijn indien een leerkracht met veel ervaring in hetzelfde domein hem kan bijstaan. Hij kan zijn ervaringen delen. Hij weet waar leerlingen het in het algemeen moeilijk mee hebben en welke punten je vlug kan behandelen. Hij weet ook hoe je bepaalde problemen best aanpakt. Hij heeft een grote ervaring wat alleen maar een groot voordeel is en waar ze zo jonge leerkrachten mee kunnen helpen. Ze kunnen op de deskundige wijze, gebaseerd op hun eigen ervaring heel veel leren aan de beginners. Zij weten hoe leerlingen reageren op bepaalde zaken, of bepaalde oefeningen en kunnen u helpen door hun visie door te geven. Al dit vergt wel veel tijd als het serieus gebeurt dus eigenlijk zou de school daar moeten in voorzien. Het is een vorm van opleiding eens je op de werkvloer bent. Een goede collegialiteit is daarvoor heel belangrijk. Een goede samenwerking kan enkel ten goede komen aan het lesgeven. Indien er een evaluatiemoment is kunnen de tekorten worden vastgelegd en kan er vervolgens aan gewerkt worden samen met een “expertiseleerkracht”. Dit alles leidt tot een grotere professionele ontwikkeling van de nieuwe leraars. Ik denk dat daar nog veel te weinig gebruik van gemaakt wordt terwijl dat zou moeten mogelijk zijn.

Wat betreft de visie van Alec Couros ben ik akkoord. Hij spreekt over mediawijsheid. De leerlingen gaan alert om met media en participeren doordacht via de media aan de publieke ruimte. Ze moeten de techniek hebben om allerlei opzoekingen te doen maar daar mag het niet bij blijven ze moeten het kunnen analyseren en tenslotte moeten ze erover kunnen reflecteren. Dus ze moeten beginnen via het opzoeken op de computer maar moet het kunnen begrijpen en vervolgens erover spreken met anderen.
Met andere woorden het persoonlijk contact is en blijft zeer belangrijk, je kan je opzoekingen doen op het internet om je mening te vormen maar het belangrijkste is de discussie achteraf. Het kunnen reflecteren over alles wat je gelezen hebt. Het is inderdaad belangrijk om met het internet te kunnen omgaan, je kan er heel veel goede informatie vinden maar we moeten erop letten dat het niet mag blijven bij het louter opzoeken. Het is zeer belangrijk om desondanks alle informatie een eigen mening te vormen. En wat de leerlingen ook moeten leren is het overbrengen van informatie en het verdedigen van hun eigen mening. Dus het is belangrijk hiermee rekening te houden als we lesgeven.

Verhaal van de tomaat.
Dit gaat over het feit dat bepaalde elementen anders en in dit geval verkeerd gezien werden. In het onderwijs is het zo dat het vroeger gezien werd als een theoretisch opdreunen van een les. Elk jaar hetzelfde met dezelfde cursus. Er werd van de leerlingen gevraagd dat ze veel vanbuiten leerden. Er werd geen rekening gehouden met de persoonlijke mening van leerlingen. De leerlingen werden gezien als computers waar gewoon alles moest ingeput worden zonder enige reflectie. Nu is dat echter volledig veranderd. Er wordt natuurlijk nog steeds kennis overgedragen maar op een veel ruimere manier. Er wordt gebruik gemaakt van veel verschillende technieken niet enkel het traditionele lesgeven maar er wordt ook gewerkt met de multimedia, er wordt veel meer samengewerkt, er zijn groepswerken, ... Er wordt veel meer ingespeeld op de interesse van de leerlingen. Wat ervoor zorgt dat ze ook veel geïnteresseerder zijn. Ze zullen misschien een mindere kennis hebben van bepaalde dingen maar ze zullen leren de dingen opzoeken, een eigen gefundeerde mening vormen en verantwoorden. Zoals vroeger de tomaat als een giftige plant werd gezien en nu wordt opgegeten. Zo werd de school vroeger als een louter element van kennisoverdracht gezien en nu meer als een vorm van leren leren, het kritisch leren zijn wat niet laat staan dat de kennisoverdracht nog steeds belangrijk is maar helemaal niet meer het enige. Vandaar dat we  als leerkrachten moeten leren handelen met de verschillende leerstijlen van studenten en ons lessenpakket elk jaar moeten aanpassen om te voldoen aan die verschillende leerstijlen van leerlingen. We mogen nooit uit het oog verliezen wat moet gegeven worden aan de leerlingen van een bepaald jaar maar de manier van het invullen van die vereisten wordt aan ons gelaten, dit vraagt veel werk maar het is juist dit wat het interessant maakt om in het onderwijs te staan.

Stephen Covey, the 3rd alternative
Veel conflicten op school slepen zich voort omdat beide partijen aan hun eigen standpunt vasthouden. Elke partij wil de andere niet echt serieus nemen en vreest zichzelf te verliezen als hij toegeeft. Stephen Covey leert ons in het 3de alternatief dat er meer mogelijk is dan 'jouw manier of mijn manier'. Hij gebruikt daarvoor het concept van synergie. Als synergie serieus wordt nagestreefd zijn er grote en grootse doorbraken mogelijk. Alles begint met een open, accepterende houding ten aanzien van de ander en het op waarde schatten van diens opvattingen.  Het principe van synergie: ik zie mezelf, ik zie jou, ik zoek je op ik creëer synergie met jou. Zo gaan we op zoek naar het derde alternatief

De hervormingen in het onderwijs zijn groot aangezien in onze tijd heel veel veranderingen worden doorgevoerd, zoals het ontstaan van multimedia. Onze leerlingen zijn vaak niet voorbereid op deze nieuwe realiteit. Ouders zien de chaos, de economische onzekerheid, de stress en de complexiteit van de wereld, en weten diep van binnen dat lezen, schrijven en rekenen noodzakelijk zijn, maar niet genoeg. Er is nu een verhoogde vraag naar  verantwoordelijkheid, creativiteit en tolerantie. De  werkwereld vraagt naar mensen die voor zichzelf kunnen denken, die initiatief kunnen nemen. Alleen zo kunnen we zorgen voor een oplossing voor de problemen. Zij hebben behoefte aan mensen die vertrouwen kunnen opbouwen en opschieten met anderen, en complexe uitdagingen in teams op te lossen zonder veel begeleiding. 

Daarom is het zo belangrijk de wijze van lesgeven aan te passen, niet louter het theoretisch doceren en het door de studenten laten opdreunen van hun les. Maar het vaak praktischer aanpassen, ze een probleem voorschotelen en vragen het te analyseren en hun persoonlijke mening te vormen. Ze meer laten praten, door samen te werken, via groepswerken, hen voorbereidingen laten maken via het internet zo leren ze omgaan met de grote hoeveelheid aan informatie, ze leren onderscheid maken tussen nuttige en waardeloze informatie.  

Volgens Stephen Covey is het volgende belangrijk "Partnerschappen tussen scholen en ouders in de opvoeding van het hele kind, waaronder de ontwikkeling van zowel het karakter kracht en de competenties die nodig zijn om echt te slagen in de 21e eeuw." Een school kan nooit de rol van de familie vervangen maar ze speelt een belangrijke aanvullende rol. Maar de familie neemt tegenwoordig die rol niet altijd tenvolle op zich en de school speelt daar een belangrijke rol.
De beginselen die belangrijk zijn volgens Covey zijn devolgende:
1) het nemen van persoonlijke verantwoordelijkheid en initiatief, 2) duidelijkheid krijgen over wat belangrijk voor je is en het stellen van doelen, 3) prioriteiten stellen en gedisciplineerd werken, 4) op zoek  gaan naar wederzijds voordeel in alle interacties met anderen 5) eerst trachten anderen te begrijpen en vervolgens uw eigen perspectief geven 6) waarderen van verschillen en het creëren van een derde alternatieve oplossingen voor problemen die beter zijn dan "mijn manier" en 7) het verzorgen van en het vernieuwen van jezelf in alle vier gebieden van het leven - lichaam, geest, hart en ziel. Deze 7 beginselen moeten door elke docent worden gebruikt. De kinderen zullen het aangenaam vinden dat ze gezien worden als leiders van hun eigen leven en talenten en zo een verschil kunnen maken. Zo zou het mogelijk moeten zijn om elk kind een leidende rol te geven in de school. Dit zullen de leerlingen apprecieren en het zal hun extra motiveren. De discipline problemen zullen verminderen, De leerkrachten en de ouders voelen zich beiden meer betrokken. Het idee dat de ouders hebben over de school zal veel beter zijn in vergelijking met hoe het nu is.


4 opmerkingen:

  1. Beste Lieve
    Van harte dank voor je inzet. Je hebt alles nauwgezet doorgenomen. Ik hoop dat je er een beetje leerplezier aan beleefd hebt. Het klopt dat de opbouw van ons statuut in grote mate door anciënniteit bepaald wordt. Weliswaar niet volledig, je kan geen TADD en vaste benoeming bekomen als je een negatieve evaluatie hebt ontvangen. Dus we kunnen stellen dat er een combinatie is van anciënniteit en competenties. Eerlijkheidshalve moet ik toegeven dat het uitvoeren van evaluatie in elke school niet zo vlot loopt. Dit zal je ontdekken in hoofdstuk 5

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Beste Lieve
    Ik heb doelbewust de tekst over synergie in mijn cursus LEV gestopt. In organisaties, - dus ook scholen - botsen we op verschillende meningen. Als we authentiek naar elkaar kunnen luisteren, dan is er zoveel mogelijk. Dan vinden we het derde element dat veel groter is dan de aparte meningen. Dit is mijns inziens de toekomst ... het is synergie dat we moeten zoeken tussen collega's op school, met directie, leerlingen, ..
    Dit leidt tot creativiteit en innovatie

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Beste Lieve
    Het verhaal van de tomaat heb ik in de cursus gestopt als aandachtspunt bij het formuleren van een mening. Vaak ontwikkel je een mening vertrekkende van een situatie die je kent ... en je blijft erin steken.
    De tomaat toont aan dat als je van paradigma verandert- er heel veel mogelijk is

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Beste Lieve
    Ik merk dat de overheid ook het woord synergie in de mond neemt - zie link naar hervorming secundair onderwijshttp://www.hervormingsecundair.be/krachtlijnen/schoolconcepten/

    BeantwoordenVerwijderen